abstract | - In de 16e eeuw was een Ulaan een Aziatische ruiter gewapend met een lans die dienst deed in het Poolse leger. De naam beduidt 'Wakkere' of 'Dappere' en zou van Tataarse oorsprong zijn. Het woord is overigens ook verwant met het Turkse oghlán (=zoon, kind) en duidt evenzeer op de oriëntaalse oorsprong van het cavalerie-onderdeel. In het Nederlandse taalgebied wordt met ulaan meestal een Duitse lansier aangeduid.
|