PropertyValue
rdfs:label
  • Opper-Silezië
rdfs:comment
  • Tegen het einde van de 19e eeuw was Opper-Silezië al sterk geïndustrialiseerd waardoor de behoefte aan een goed transportsysteem voor goederen en passagiers groeide. Sinds het midden van de 19de eeuw functioneerde de Górnośląskie Koleje Wąskotorowe (Smalspoorwegen van Opper-Silezië) die een uitgebreid netwerk op een spoorbreedte van 785 mm onderhield. Hierover werden voornamelijk goederen vervoerd en deze spoorweg deed niet de stadscentra en de bewoonde gebieden erbij. In 1891 verzocht het Berlinse bedrijf Kramer & Co. de burgemeester van Bytom – de toenmalige regionale hoofdstad – toestemming te verlenen tot de aanleg van een stoomtram tussen de belangrijkste steden. De correspondentie duurde ruim een jaar en in april 1892 werd een contract getekend voor de aanleg van een stroomtramlijn v
dcterms:subject
Stad
  • Opper-Silezië
logogrootte
  • 50
dbkwik:nl.trams/property/wikiPageUsesTemplate
Logo
  • Opper-Silezië.png
lijnen
  • 25
bovenleidingsspanning
  • 600
netlengte
  • 335
eerstetram
  • 1898
Vlag
  • Flag of Poland.png
spoorbreedte
  • 1435
abstract
  • Tegen het einde van de 19e eeuw was Opper-Silezië al sterk geïndustrialiseerd waardoor de behoefte aan een goed transportsysteem voor goederen en passagiers groeide. Sinds het midden van de 19de eeuw functioneerde de Górnośląskie Koleje Wąskotorowe (Smalspoorwegen van Opper-Silezië) die een uitgebreid netwerk op een spoorbreedte van 785 mm onderhield. Hierover werden voornamelijk goederen vervoerd en deze spoorweg deed niet de stadscentra en de bewoonde gebieden erbij. In 1891 verzocht het Berlinse bedrijf Kramer & Co. de burgemeester van Bytom – de toenmalige regionale hoofdstad – toestemming te verlenen tot de aanleg van een stoomtram tussen de belangrijkste steden. De correspondentie duurde ruim een jaar en in april 1892 werd een contract getekend voor de aanleg van een stroomtramlijn van Gliwice door Zabrze, Chebzie, Chorzów, Bytom naar Piekary Sląskie. In het contract was vastgelegd dat de spoorbreedte 1.000 mm zou zijn, enkelsporig en met passeerstroken zou worden aangelegd. In juni 1893 moest het plan op basis van de nieuwe Wet voor de Pruisische Lokaalspoorwegen wat betreft de spoorbreedte worden gewijzigd. Deze moest 785 mm (30 Preusische Zoll) zijn. Op 24 februari 1894 richtte de Allgemeine Deutsche Kleinbahn AG de Oberschlesische Dampfstrassenbahn GmbH (ODS) op wiens doel het exploiteren van de nieuwe stoomtramlijnen werd. Op 27 mei 1894 werd het eerste gedeelte van de lijn van Piekary Sląskie via Szarlej en Rozbark naar Bytom feestelijk geopend. Het tweede gedeelte tussen Gliwice en Zabrze volgde op 26 augustus 1894 en de lijn werd via Chebzie en Chorzów met elkaar verbonden op 30 december van dat jaar. De frequentie was gesteld op 2 trams per uur en de totale lengte bedroeg 34,5 kilometer. Het eerste exploitatiejaar werden al 850.000 passagiers vervoerd. De stoomlocomotieven werden door de Düsseldorfse fabrikant Hohenzollern AG gebouwd. Direct na de opening protesteerden burgers tegen de tram doordat zij als extreem lawaaiig werd ervaren. Als reactie hierop besloot de directie van het bedrijf de stoomtram in de centra van Bytom en Gliwice door een paardentram te vervangen waardoor doorreizende passagiers moesten overstappen. Ook toen in 1896 de aanleg van de tramlijn Katowice bereikte moest in het centrum de paardentractie worden ingezet. In 1894 en 1895 zijn de volgende lijnen gepland en verwierf de ODS de concessie tot exploitatie van: * Gliwice - Rudy - Raciborz * Bytom - Szombierki - Biskupice - Zabrze * Szombierki - Chebzie - Wirek * Katowice - Zawodzie - Szopienice * Chorzów - Świętochłowice * Chorzów - Dab - Katowice * Katowice - Siemianowice Sląskie * Siemianowice Sląskie - Chorzów Stary - Chorzów * Chorzów - Chorzów Batory - Zaleze - Katowice De lijnen Katowice - Alfred - Siemianowice en Chorzów - Dab – Katowice kwamen op 30 december 1896 in dienst en die van Bytom naar Zabrze op 29 september 1898. Op dat moment was het net in totaal 75 kilometer groot. Op 15 oktober 1897 kreeg Kramer & Co. de concessie tot het bouwen en exploiteren van een interlokale stoomtramlijn tussen Gliwice en Rudy, een afstand van ongeveer 15 kilometer door onbebouwd landbouwgebied. Deze lijn kwam op 25 maart 1899 in dienst en werd in 1903 tot Raciborz verlengd en bereikte daarmee een lengte van 50 kilometer. Hoewel de lijn door de ODS werd geëxploiteerd was het een afwijkende lijn in het geheel omdat ze zowel passagiers als goederen vervoerde. Een bijzonderheid is dat deze lijn tot haar opheffing in 1993 nooit werd geëlectrificeerd. Na 1945 was deze lijn onderdeel werd van de Poolse Staatsspoorwegen (PKP). De bouw van (kolengestookte) krachtcentrales leverde veel electrische stroom op en het electrificeren van het bestaande tramnet en het bouwen van geheel nieuwe verbindingen werden de volgende doelen. In 1898 verkreeg Kramer & Co. de concessie voor een electrische tramlijn van Katowice naar Zawodzie. Andere plannen waren de volgende lijnen: * Siemianowice – Bytom met een zijlijn van Bangow naar de Russische grens bij Czeladz * Bytom – Sucha Gora (Stroszek) en Radzionkow via Dąbrowa Miejska * Kuznica Rudzka naar Kolonia Karol-Emanuel (Ruda Poludniowa) Geen van de genoemde lijnen werden echter door Kramer & Co. gerealiseerd want het bedrijf hield zich vooreerst bezig met het electrificeren van de bestaande lijnen. De 34,5 km lange lijn van Gliwice naar Piekary Sląskie via Zabrze, Ruda Poludniowa, Chebzie, Lipiny, Chorzów, Bytom en Szarlej werd, tegelijk met de lijn Katowice - Alfred – Siemianowice, als eerste geëlektrificeerd. Beide lijnen werden op 3 oktober 1898 heropend en een maand later was de lijn Katowice - Dab – Chorzów ook electrisch. In februari 1899 volgde de lijn Zabrze – Bytom via Biskupice. Daarna volgde in hoog tempo de rest van het systeem. De laatste stoomtramlijn Chorzów – Alfred (Siemianowice) reed op 12 juli 1900. Het nieuwe trammaterieel had een indeling in 2de en 3de klasse rijtuigen en de electrische uitrusting was gebouwd door het Duitse bedrijf Schuckert. De trams leken enigszins op de Berlinse ‘Maximum’-serie trams hoewel de ramen groter waren. De trams hadden in het begin geen afgeschermd balkon zodat de bestuurder alle weerstypes onbeschermd moest trotseren. De stroomafname geschiedde met een trolleystang. De wagens kregen de naam ‘Walker’ naar de fabrikant van de serie.